“Er komen steeds meer Engelse termen in de Nederlandse
taal!” Anno 2012 is dit een veelgehoorde klacht. Irritatie alom! Er is zelfs
een stichting in het leven geroepen die die ‘verengelsing’ tegen moet gaan. Als
we de aanhangers van deze stichting moeten geloven, is het einde van het
Nederlands nabij. Maar dat blijkt wel mee te vallen. Taalkundige Nicoline van
der Seijs telde in 1994 al eens het aantal Engelse woorden in een gemiddeld
nieuwsbericht in NRC Handelsblad. Onlangs
deed zij dat opnieuw. De conclusie? Het aantal Engelse leenwoorden nam iets
toe, maar het ging dan vooral om laagfrequente woorden die vaak ook snel weer
uit de taal verdwenen, zoals occupyen
of battelen. Wat betreft de woorden
die wel blijven, adviseren sommigen het Nederlandse alternatief te gebruiken. Denk
dan bijvoorbeeld aan vergadering voor meeting.
Maar in de markt waarin onze klanten voornamelijk actief zijn – de IT-sector – ligt dat anders. Documentmanagementsysteem, businessconsultant, opensourcesoftware, e-mailserver: het zijn zomaar wat voorbeelden van woorden die veel voorkomen. Engelse termen, die bij IT-professionals zo ingeburgerd zijn dat er geen Nederlands equivalent voor (nodig) is. Daarom houden wij in persberichten en andere teksten die we voor klanten schrijven, gewoon het Engelse woord aan. De ‘klachten’ gaan in deze branche dan ook niet over het gebruik van Engelse woorden. Soms wél over de schrijfwijze ervan.
Die kunnen we namelijk niet zonder meer één op één overnemen in onze eigen taal. Een voorbeeld: in het Engels worden samenstellingen los geschreven, terwijl de regel in het Nederlands zegt dat zulke woorden altijd aan elkaar geplakt moeten worden.
Maar in de markt waarin onze klanten voornamelijk actief zijn – de IT-sector – ligt dat anders. Documentmanagementsysteem, businessconsultant, opensourcesoftware, e-mailserver: het zijn zomaar wat voorbeelden van woorden die veel voorkomen. Engelse termen, die bij IT-professionals zo ingeburgerd zijn dat er geen Nederlands equivalent voor (nodig) is. Daarom houden wij in persberichten en andere teksten die we voor klanten schrijven, gewoon het Engelse woord aan. De ‘klachten’ gaan in deze branche dan ook niet over het gebruik van Engelse woorden. Soms wél over de schrijfwijze ervan.
Die kunnen we namelijk niet zonder meer één op één overnemen in onze eigen taal. Een voorbeeld: in het Engels worden samenstellingen los geschreven, terwijl de regel in het Nederlands zegt dat zulke woorden altijd aan elkaar geplakt moeten worden.
Influx houdt het liefst de adviezen van Onze
Taal aan. Die geven aan dat we Engelse woorden altijd volgens de
Nederlandse regels horen te gebruiken en te vervoegen. Voor samenstellingen
geldt dus: aan elkaar schrijven – of het woord nu een Nederlands deel bevat of
niet. Een streepje ertussen zetten mag wel, als het woord daarmee beter
leesbaar wordt – zoals in applicationmanagement-engineer. Een streepje móet
zelfs, als er na de samenstelling klinkerbotsing ontstaat. Dat is het geval
wanneer twee klinkers die meestal als tweeklank voorkomen naast elkaar staan,
terwijl ze in het betreffende woord bij verschillende lettergrepen horen –
zoals in software-implementatie.
Ook werkwoorden vervoegen we volgens de Nederlandse regels. En toegegeven: daar komen soms rare of zelfs lelijke vormen uit, zoals: “Hij upgradede zijn software.” of “Dat bedrijf heeft zijn systeem geüpdatet.”. Maar bedenk dan: spelfouten in je zorgvuldig geschreven tekst – die zijn pas echt irritant.
Ook werkwoorden vervoegen we volgens de Nederlandse regels. En toegegeven: daar komen soms rare of zelfs lelijke vormen uit, zoals: “Hij upgradede zijn software.” of “Dat bedrijf heeft zijn systeem geüpdatet.”. Maar bedenk dan: spelfouten in je zorgvuldig geschreven tekst – die zijn pas echt irritant.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten