Zoeken in deze blog

donderdag 13 december 2012

Beletselteken



Als PR-bureau houden wij de veranderingen en trends op het gebied van de Nederlandse taal en tekst altijd nauwlettend in de gaten. Een trend die we de laatste tijd zagen oprijzen is het gebruik van puntjes achter een zin of in sommige gevallen middenin een zin. Door dit veelvuldige puntjepuntjepuntje-gebruik vroegen wij ons af: hoe heet dit nu eigenlijk en op welke manier zet je het op de juiste manier in. Na enig speurwerk bleek dat dit leesteken, bestaande uit drie puntjes, ook wel het beletselteken wordt genoemd. Een meer algemenere en wellicht bekendere naam, is doorlooppuntjes. Het beletselteken bestaat uit een reeks van drie punten en kan op vijf verschillende manieren worden gebruikt.

-          Het omschrijven van een gedachtegang die niet helemaal wordt afgemaakt en waarbij van de lezer wordt verwacht dit zelf aan te kunnen vullen. Voorbeeld: Wat ze me toen vertelde…
-          Ook wordt het leesteken gebruikt om een plotselinge onderbreking of een lange pauze weer te geven. Op die manier kan het beletselteken spanning suggereren. Voorbeeld: Jakob schiet de bal naar Gerline… Gerline haalt uit en…. zij schiet naast de goal!
-          Het leesteken vervangt in sommige opsommingen het woord enzovoort of de afkorting enz. aan het eind van een onvolledige opsomming. Voorbeeld: Corrie legt dit jaar met kerst op de gourmet: gehaktballetjes, biefstuk, zalm, varkenshaas…..
-          Om aan te geven dat een deel van een woord is weggelaten. Voorbeeld: Pas op voor die drem…
-          Ook kan het beletselteken worden gebruikt in een citaat waarin het aangeeft dat een stuk tekst is weggelaten. In dit geval staat het leesteken tussen ronde of vierkante haakjes. Voorbeeld: 'Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene, in hem vind ik vreugde (…). Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet (…). Het recht zal hij zuiver doen kennen.' (Jesaja, 42, 1-3)

De puntjes kunnen dus op verschillende momenten worden ingezet en dan is het natuurlijk ook zeker niet onbelangrijk om de schrijfwijze van het beletselteken goed onder de knie te hebben. Taaladvies adviseert hierover het volgende: ‘Voor en achter een beletselteken komt doorgaans een spatie. Als evenwel een woord wordt afgebroken, komt er geen spatie voor het beletselteken. Tenzij het beletselteken tussen haakjes staat, komt er aan het einde van een zin geen punt achter het beletselteken. Het derde puntje vormt dan de zinsafsluiting. Als de zin op een vraagteken of uitroepteken eindigt, komt dat leesteken meteen achter het derde puntje.’

De term beletselteken en de schrijfwijze ervan is ons nu in ieder geval helemaal duidelijk. Natuurlijk blijven wij de veranderingen en trends op het gebied van de Nederlandse taal en tekst in de gaten houden, dus wordt ongetwijfeld vervolgd…


Geen opmerkingen: